Zondagavond. Gefietst. Na het eten in slaap gevallen voor de
t.v. Bij de tweede of de derde wedstrijd
weer langzaamaan wakker geworden, zodoende ben ik nu aardig op de hoogte van de
kansen op degradatie/nacompetitie voor de volgende ploegen: NAC, Excelsior,
Fortuna. Die laatste ontglipt mogelijk de dans. Koffie gezet, nog wat op
Nederland 2 gekeken: Moja Polska! Draait al een poosje, dit is waarschijnlijk
al week vier of vijf, documentaire-achtig reisverslag over hedendaags Polen.
Best interessant.
Het begon al te duisteren toen ik weer opstond. Even op het
balkon gaan kijken. Beneden in de tuin was het weer stil geworden, de Airbnb-toeristen
zijn waarschijnlijk de stad in. Best aardige mensen, volgens mij. Zag ze de
plantjes water geven, hoorde ze converseren. Ze maken er geen bende van. Ging
tegen de muur aan staan. Mijn bloembakken hangen weer aan het balkonhek.
Vanochtend opgehaald. Tijdens de renovatie hebben ze bij een vriendin in de
tuin gestaan. Moet nog wel wat vuil en mos verwijderen, misschien een restant
van een plantje vervangen door iets nieuws, maar ben blij dat ze weer hier zijn.
Zo is het toch meer mijn balkon. Kan het verhaal van dit huis, dit balkon, mijn
leven hier en dat van de plantjes weer verder. Alsof er een gat is geweest dat
nu weer hersteld, overbrugd is. De twee tijdsdelen zijn weer aan elkaar
geknoopt. Het hoort weer bij vorig jaar, als ik hier sta en de tuin in kijk.
Het scheelt ook dat de vleermuizen er weer zijn. Of nog zijn. Ze vlogen onnavolgbaar in het rond. Af en toe een meter voor mijn hoofd langs. Mooie zwenkingen, duikvluchten, bijna haakse bochten. Kunnen ze nog beter dan zwaluwen. Het was stil, je kon hun vleugels, de luchtverplaatsing ervan af en toe horen. In de verte een merel, maar die benadrukte de avondlijke rust alleen maar.
Ik leunde met mijn rug tegen de muur, de buitenmuur, de muur waar de zon de hele middag op had geschenen.
Het scheelt ook dat de vleermuizen er weer zijn. Of nog zijn. Ze vlogen onnavolgbaar in het rond. Af en toe een meter voor mijn hoofd langs. Mooie zwenkingen, duikvluchten, bijna haakse bochten. Kunnen ze nog beter dan zwaluwen. Het was stil, je kon hun vleugels, de luchtverplaatsing ervan af en toe horen. In de verte een merel, maar die benadrukte de avondlijke rust alleen maar.
Ik leunde met mijn rug tegen de muur, de buitenmuur, de muur waar de zon de hele middag op had geschenen.
De warmte zat er nog in, voelde het door mijn overhemd en T-shirt
heen. Mijn rug, schouders en nek warmden er van op. Behaaglijke warmte, erg
zacht. Was benieuwd hoe warm de muur nu werkelijk was en keerde me om. Voelde
met mijn handen op verschillende plekken maar ik kon geen bijzondere
temperatuur of warmte ontdekken. De muur voelde aan alsof die precies op de
temperatuur was die je op dit tijdstip mocht verwachten. Ik draaide me om en
leunde weer tegen de muur aan, en na een paar seconden voelde ik opnieuw de warmte
mijn lichaam intrekken. Mijn rug kon dat kennelijk wel, kon beter inschatten dan
mijn handen wat warmte afgaf, wat warmte uitstraalde.