zondag 19 december 2010

Ik was er niet bij

Haalde vandaag herinnering op: rond 1980 met de vriendengroep van toen naar Amsterdam afgereisd. Ik kan me de sterren/buitenverlichting van de Melkweg, gezien vanaf de brug, vanuit de achterkant van de stationcar van Henk nog herinneren. Ik was voor. De meerderheid wilde toch maar liever naar Paradiso waar The Dartz optraden. Ik bewaar niet veel herinneringen aan verveling en verspilde tijd, maar dit staat me nog helder voor ogen: in Paradiso niet verder geraakt dan het mengpaneel dat toen links, net voorbij de ingang stond (misschien nog steeds wel), en ben daar op de verhoging gaan zitten.
Hoe hard had ik moeten schreeuwen om mijn vriend(inn)en van toen er toe te bewegen om toch maar naar de Melkweg te gaan!? Captain Beefheart, ik kende het niet echt. Maar wist: dáár moeten we naar toe!

zondag 23 mei 2010

De nieuwe handhaver

Zo af en toe kom ik nog in Amsterdam. Bij een recente wandeling viel me dit op. Het reclameboord van De nieuwe handhaver. Het is niet eens dat de stadswacht nu ook iemand mag bekeuren: ik had vroeger vaak een beetje medelijden met de stadswachten, een beetje met te dikke kont en te strakke broek door de stad wandelen met een notitieblokje en niks mogen doen. En dan ook nog de hele dag met een collega moeten keuvelen, want altijd met zijn tweeën. Daarop voortbordurend is het nu wel mogen bekeuren een hele verbetering, in hun leven, denk ik. De vragen wie ze dan gaan bekeuren, en op wat voor een soort overtredingen ze gaan letten laat ik hier even onbeantwoord. Niet dat dat onbelangrijk is maar daar gaat het nu even niet om.

Die poster...
Of het nou het avondrood is, het zwart van de silhouetten in combinatie met die petten, de vuist in dat logo dat met grote vaart onze kant op komt, het beeld dat neergezet wordt is niet dat van de vriendelijke, corrigerende (en nu ook bekeurende) hulpagent.
Associaties die ik wel heb bij dit beeld zijn geweldsuitoefening, intimidatie, huiver om 's avonds/'s nachts nog de straat op te gaan

vrijdag 30 april 2010

Carillonconcert

De start van Koninginnedag heb ik vanuit het openstaande raampje in mijn badkamer gevolgd. Dat wil zeggen het grootste deel van de tijd liet ik het aan mijn opnameapparaatje over, dat in het bijgevoegde - nogal statische - filmpje ook in beeld komt.

De dag begon nat en een beetje winderig, of dat de reden is weet ik niet, maar de klanken van het carillon hadden tussen 8:15 en 8:45 moeten klinken, de opname is van een uurtje later.

donderdag 22 april 2010

Geen zeurpiet

"Wat voor bloemen wilt u?" "Nou, een beetje stoere bloemen. Ik moet er zo nog mee over straat".
De mevrouw van bloemenwinkel Ster van Bethlehem knikte eens en zei: "Dan zou ik in ieder geval deze nemen". Ze liet me de rode primula zien die na een bijna geslaagde poging tot onthoofding gewoon door was gegaan met bloeien. "Ja, zoiets, dat is in ieder geval geen zeurpiet".

Lavendel die overwintert

Het was niet de eerste keer dat een lavendelplantje na een paar maanden balkon grijs en vaal werd. Op, dacht ik dan, en, dat is snel. Ik vroeg me af hoe anderen dat deden met hun jarenlang groen blijvende lavendelplanten die soms wel uitgroeiden tot struiken. Paar weken terug op de Lange Mare een nieuw plantje gekocht (waarvan je rechts een paar blaadjes ziet) en gelijk maar mijn vraag gesteld aan de bloemhandelaar. Hij herkende het verhaal en vertelde me dat mijn lavendel van vorig jaar misschien helemaal niet dood was: kort snoeien, in verse grond zetten en best kans dat hij weer gaat groeien. Kijk aan. Thuisgekomen eerst maar eens gaan knippen in de plant en stond op zeker moment met dorre takjes in mijn handen waar al weer groen aan zat. Ik keek eens goed en zag aan het laatste takje dat ik nog niet had weggeknipt (steekt op de foto een flink stuk boven de rest uit) ook al een paar nieuwe groene blaadjes zitten. Sorry hoor, mompelde ik, ik lette niet goed op, geloof ik. Heb de plant voorzien van nieuwe grond en een grotere pot en hem een voorspoedige toekomst beloofd

vrijdag 2 april 2010

Onverstoorbaar

Zat gisteren in een restaurant. Was naar binnen gelokt door bord op straat met overzicht dagschotels. Daar zat wel wat voor me bij. En nog betaalbaar ook. Na een dag slenteren, boodschappen doen, cadeautjes zoeken, werken, reizen en nog zo wat zag ik het toch niet meer gebeuren dat ik enthousiast mijn groentelade zou inspecteren om ingrediënten bijeen te zoeken voor een warme maaltijd. Te moe, en ook al te hongerig.
Ik mocht gaan zitten aan een piepklein tafeltje, waar ik twee van mijn drie tassen onder wist te krijgen, de losse lamp die ik de halve dag al meedroeg er bovenop, de derde tas in het nauwe gangpad.
De schotel van mijn keuze was uitverkocht, geen probleem, die met vis leek me ook goed. En een glas wijn graag. Die kwam snel en was ook goed koud. Ik was tevreden. En in afwachting van de maaltijd haalde ik de kranten tevoorschijn die ik kort na aankomst in de stad bij een sigarenzaak had meegenomen, en begon te lezen. Was net klaar met de evenementenvergunningen en begon
aan de aanvragen voor een kapvergunning toen ik plotseling in de linkerbovenhoek van mijn gezichtsveld een merkwaardig lichtschijnsel zag. Het bewoog en leek dichtbij. Ik probeerde me nog even te concentreren op het lot van de prunus en goudenregen maar dat lukte niet lang meer. Mijn linkeroogbol draaide schuin omhoog, mijn wenkbrauw volgde die beweging, en ging nog iets verder omhoog toen de oorzaak van de afleiding tot me doordrong. Mijn krant stond in brand. Ik bewoog de krant naar rechts, liet hem in het midden van het kleine tafeltje zakken en drukte de vlammen uit. Keek toen naar een tweede brandhaard die vanonder de krant tevoorschijn was gekomen. Het bakje met suikerzakjes. Mijn krant had kennelijk als brug gefungeerd tussen het waxinelichtje en het papier van de suikerverpakking. Ik plukte een paar zakje uit het bakje en legde ze op het graniet van het tafelblad. Met mijn hand doofde ik de vlammetjes, veegde de gemorste suiker en de rest van de suikerzakjes op een hoop en streek toen mijn krant weer glad En las, onverstoorbaarheid veinzend, verder.


suikerzakjes op andere ondergrond gefotografeerd

dinsdag 5 januari 2010

Nieuwjaarswens

Gisteren op de gracht haastige stappen achter mij, te haastig wat mij betreft voor de bevroren troep die op de stenen lag maar dat moest de man zelf weten. Ik maakte me toch onwillekeurig wat breder en sloeg rechts af, mijn straatje in. De man moest daar kennelijk ook wezen en na een meter of tien werd het duidelijk dat hij mij wilde passeren. Ik hield iets in, wilde niet voor mijn eigen huisdeur de achteropkomende onbekende op gelijke hoogte hebben. Enfin, man passeert, ik kijk even opzij, zeg goedenavond, man kijkt voor zich maar groet wel terug. Ik vond het wel best. Hij is al weer een paar stappen voor me als ik nog iets hoor, een paar in elkaar geknede lettergrepen waar ik helemaal niets van kan maken. Ik pak mijn sleutels en ga mijn huis in.

Later die avond in een zo goed als lege bioscoopzaal naar Micmacs à tire-larigot gekeken. Na twee minuten aftiteling me uitgerekt en langzaam opgestaan. Me omgedraaid en de twee andere bezoekers achter me die net hun stoelen verlaten hadden begroet met een glimlach en een hallo. De vrouw zei iets terug maar daar verstond ik wederom niets van. Even later al bij de uitgang van de bioscoop bedacht ik dat zij waarschijnlijk “gelukkig nieuwjaar” tegen mij gezegd had. Wat te doen, na anderhalve minuut alsnog deze nieuwjaarswens beantwoorden? Dat zou wat vreemd zijn, alsof ik zo lang nodig had om te bedenken of zij mijn nieuwjaarswens wel waard waren. Het zou vreemd kunnen vallen. Niets zeggen? Ik wilde mijn stem nog wel even te laten horen. Voordat de buitendeur door de man werd opengeduwd zag ik ze nog even naar het tafeltje kijken waar eerder die avond het Filmhuismeisje met de kassa gezeten had. Ik zag dat dezelfde fietssleutel die ik om kwart over negen al op de hoek van de tafel had zien liggen er nog steeds lag. “Hij ligt er nog steeds, die sleutel, die ligt er de hele avond al.”. Het was weliswaar geen nieuwjaarswens maar dan wisten ze toch dat ik de beroerdste niet was.