Niet in een team of zo, maar gewoon bij gelegenheid. Waarschijnlijk maar een paar keer, hooguit vier of vijf keer, en dat dan in een periode van een paar maanden.
Hij kon het wel, een beetje. Ja, hoe zeg je dat? Hij kon mooi passeren, een soort sierlijke truc waarmee hij telkens voorbij z'n man kwam. Dat wel. Maar verder... meeverdedigen deed hij niet. En als hij de bal kwijtraakte was hij een beetje uit z'n doen, zei hij niks maar gedroeg zich alsof hij elk moment kon roepen: ik doe niet meer mee, ik vind het niet leuk, ik stop ermee. Na een seconde of tien trok hij dan wel weer bij, maar stomvervelend was het wel.
Het is dat je het buiten het voetbal wel met hem kon lachen en hij tijdens het spel soms ook gevatte opmerkingen had anders... nou ja, weet ik niet. Het is gewoon niet leuk als iemand tijdens het spel er telkens mee ophoudt, gaat lopen pruilen. Daar werden we, nou ja, dat zei ik al, dat wekte nogal wrevel, zachtjes gezegd. Op zeker moment werd het wel lachwekkend, pesten we hem er een beetje mee. Herpakte hij zichzelf wel sneller door, alsof hij z'n eigen gedrag ook een beetje raar vond. Nou, dat weet ik niet. Dat dachten we toen waarschijnlijk niet, dat is meer een interpretatie achteraf.
Hij was linksbenig, linkspoot noemde Derk hem altijd. Vraag me nu opeens af of dat denigrerend bedoeld was. Denk het eigenlijk niet. Nee, waarschijnlijk niet. Maar goed, fameuze passeerbewegingen, enthousiast, jongensachtig, en dan opeens weer dat gedrag, dat onhebbelijke. Ach, het ging nergens om, dat voetbal van ons. We deden het voor de lol, tussendoor, als we er tijd voor hadden. Word ik toch nog een beetje sentimenteel, niet vanwege zijn dood maar omdat het zo lang geleden is, dat voetbal van ons. En omdat we er zo'n plezier in hadden. Dat toch wel, dat overheerst, dat het leuk was. Dat het leuk was om toen te leven.
donderdag 14 januari 2016
Abonneren op:
Posts (Atom)