dinsdag 27 november 2012

De tijd nemen (2)

(... komt voort uit/is geschreven gelijk na De tijd nemen. Eigenlijk horen ze gewoon bij elkaar. Staan sinds kort ook weer in één post, maar goed, deze staat ook nog steeds apart)


Ik had dat eerder gehad bij de kist van mijn vader, toen we die achterlieten op het grindpad, tussen de bebloesemde takken, in het zonlicht van een prachtige aprildag.
Er zullen bloemen in de perken naast het pad hebben gestaan, het was een bijzonder mooi stukje van de begraafplaats. En ik wilde erbij blijven, bij die kist, bij mijn vader. Ik was niet met hem aan het praten, voorzover ik weet, het was meer de aanwezigheid, dat ik daar, bij die kist, bij mijn vader wilde blijven. Voor hoe lang?
De anderen liepen weg. De plechtigheid was voorbij. Men ging naar de aula voor een kopje koffie en condoleances. En de kist zou zo, of straks, het gebouwtje worden ingereden waar dan kennelijk een hevig vuur moest branden. Dat was het plan, daarvan was ik op de hoogte gesteld.
Maar het was nog niet zover. Wat mij betreft al helemaal niet. Het was niet dat ik me ergens tegen verzette. Hij was dood, daar was geen redden meer aan. Maar ik wilde bij die kist blijven, voor een minuut, twee, drie, misschien vijf. Ik weet echt niet voor hoelang. Het afscheid nemen, het weglopen zou echt wel gebeuren, maar op zijn tijd. En die tijd die was er nog niet, was nog niet daar. Ik ben blijven staan, even, net lang genoeg om afstand te laten onstaan tussen de vertrekkende groep familieleden en mij en de kist. Ik hoefde daar niet alleen te staan, daar ging het niet om. Het was het staan, het stilstaan, het beleven, dat daar meer tijd voor nodig was. Misschien moest er nog wat uitgewisseld worden, maar zoals gezegd, volgens mij was er geen inwendig gesprek gaande tussen mij en mijn overleden vader. Het ging om zien, kijken, staan, stilstaan, horen, ademen, voelen, stilstaan en … net zo lang als dat duurt, als nodig is.
En godbeterehet… ik ben op gegeven moment vertrokken. Te vroeg, achter de anderen aan, om het gat niet te groot te laten worden. Om het niet te erg op te laten vallen. Om godverdegodver niks uit te hoeven leggen.

Dat zijn geen dingen die je goed kan maken, over kan doen.

Geen opmerkingen: