woensdag 2 september 2020

Treindagboek, 2 september 2020

 Woensdag 2 september 2019, trein 7:03 uur

Vol tarief, dat valt na twee maanden voordelig reizen even tegen.

Mussen op de hoek bij de fietsenstalling, onder het Vietnamese snackkraampje. Verderop bij de brievenbus plotseling twintig weghippende vogeltjes.

Koude ochtend. Dun zomerjack ging best, maar de handen werden wel koud. Om en om in een broekzak gestoken, een envelop in de vrije hand.

Een zonnebloem aan de kade van de Oude Vest. Meter hoog ongeveer. De bomen die er staan hebben wat vrije grond rondom de stam, daar zetten mensen soms plantjes in. Als zo’n boom tussen parkeerplaatsen in is staat er vaak een stalen rek omheen, cirkelvormig. Een dikke ronde buis eigenlijk die op vier poten (zelfde soort stalen buis) staat. De zonnebloem was er trouwens buiten gegroeid, had er geen steun aan. Stond nog wel behoorlijk rechtop.

Twee eenden of ganzen boven de bollenvelden, een blauwe ochtendlucht als achtergrond.

Er werd nu wel stevig doorgewerkt in het bloemenveld net voorbij Vogelenzang. Man of vijf, zes, allemaal in het groen. Een soort regenpakken in kaki-groen leken het. Stengels van bijna een meter hoog met witte bollen erop. Zuidenwindlelie?

Net voorbij de waterzuiveringsinstallatie een wit waas boven de velden, hier en daar een wolkensliert die omhoog waait, ondanks de bijna-windstilte. Een paar van de paardjes die erin staan lijken verbaasd om zich heen te kijken.

Jongen van een jaar of acht in sportkledij komt coupé binnen, twijfelt waar hij zal gaan zitten. Besluit de bank voor me te nemen. Zie hem geïnteresseerd naar buiten kijken, naar beneden, naar de rails, naar verderop, neus bijna tegen het raam.

Mooie oranje zon boven de horizon net, prettig licht. Je kon er toen nog naar kijken, zonder ogen dicht te hoeven knijpen. In Haarlem, staat hij boven de huizen rechts, een stuk krachtiger nu, geel-oranje.

De kerk die je dan links voor je ziet, net na de laatste kromming van het spoor. Waarschijnlijk de kerk die hoorde bij dat gigantische kloostercomplex dat een jaar of twintig geleden nog te vinden was ten noorden van het station, op zo’n tien minuten lopen. Ooit ontdekt toen ik, om wat reden dan ook, daar op zoek was naar een platenzaak.

Vind het al weer te druk in de coupé, stapte net iets van vier mensen in. Nu in totaal acht, op een capaciteit van 34 stoelen. Normaal gesproken zou je het hebben over lekker leeg of bijna leeg.

Overal zon, nu verblindend. Weerkaatsend op de aluminium daken van de onderhoudshallen van de NS, strepen en vegen tonend op de ramen.

Ook boven de sloten hier wolkensluiers, nevel. Ook bewegend, slierten ervan. Nog steeds op het oog windstil. Misschien de thermiek, de opwarming die het doet wervelen, traag doet opwaaien? Ook hier niet de gehele deken van nevel die beweegt, uiteinden ervan, delen.